Breeders Trust wint arbitragezaak illegale handel in ondermaats pootgoed naar Duitsland.

Brussel – 6 februari 2012: Breeders Trust is in het gelijk gesteld in een arbitragezaak tegen een in Nederland gevestigde pootgoedteler die illegaal krielaardappelen als pootgoed blijkt te hebben verkocht. De zaak is van belang omdat het een unieke uitspraak voor de pootaardappelsector betreft aldus Geert Staring, algemeen directeur van het in Brussel gevestigde Breeders Trust. Pootgoedtelers en aardappelhandelshuizen weten nu waaraan ze toe zijn bij de verkoop van ondermaats pootgoed.

Het betreft een in 2011 door Breeders Trust aanhangig gemaakte arbitrageprocedure bij de NAO (Nederlandse Aardappel Organisatie) waarin onlangs uitspraak is gedaan. De Arbitragecommissie achtte bewezen dat de pootgoedteler de contractvoorwaarden heeft geschonden door in 2010, illegaal krielaardappelen als pootgoed aan een Duits bedrijf te verkopen. De Arbitragecommissie heeft uitgesproken dat op de teler een zogenaamde inspanningsverplichting rust. Dit is bijvoorbeeld ook het geval bij een geneeskundige behandeling. Een chirurg kan niet garanderen dat een operatie slaagt. Wel moet hij zijn vak op een deskundige wijze uitvoeren.

Vertaald naar deze illegale pootgoedtransactie zijn de arbiters van oordeel dat een pootgoedteler bij verkoop van aardappelen, waarbij contractueel is vastgelegd dat deze niet als pootgoed in het verkeer gebracht mogen worden, zich in moet spannen of dit ook daadwerkelijk niet gebeurt. De arbitragecommissie achtte in deze zaak voldoende bewezen dat aan deze inspanningsverplichting niet is voldaan.

De betreffende teler had weliswaar toestemming van het aardappelhandelshuis om ondermaats pootgoed te verkopen maar uitsluitend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat dit niet als pootgoed zou dienen. Er rustte de verplichting op de teler zich hier voldoende van te vergewissen. Door dit na te laten heeft de teler willens en wetens eraan meegewerkt dat er ongecertificeerd, ondermaats pootgoed is verhandeld. De Arbitragecommissie was van mening dat in dit geval de bedoelingen van de koper bij de betreffende teler voldoende bekend waren of hadden moeten zijn. Die bedoelingen komen onder meer tot uitdrukking in de verkoopprijs welke het dubbele was van de op dat moment in de markt gangbare prijs voor krielaardappelen. Ook vanwege aanvullende vragen over de geschiktheid van de aangeboden aardappelen als pootgoed van de zijde van een tot dan volkomen onbekende Duitse partij, nam de betreffende teler bewust het risico contractbreuk te plegen.

Geert Staring is blij met deze duidelijke uitspraak. De teler in kwestie is toerekenbaar tekort geschoten in de op haar rustende inspanningsverplichting. Zij diende er zorg over te hebben dat de krielaardappelen niet als pootgoed in de grond zouden gaan. De uitspraak is van belang omdat nu duidelijk is dat pootgoedtelers die ondermaats pootgoed als consumptie verkopen, (mede)verantwoordelijkheid gesteld kunnen worden indien de aardappelen door de koper toch een pootgoedbestemming krijgen.

De gehele juridische procedure heeft 2 jaar in beslag genomen. De arbitragecommissie van de NAO heeft bepaald dat de hoogte van de contractuele boete in verband met de verhandeling van in totaal 7.840 kg krielaardappelen als pootgoed: € 15.000,- bedraagt. Te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2010 en de arbitragekosten ten bedrage van € 6.500,-